woorden die het leven leesbaar maken
Rudolf Steiners impuls voor een communicatieve grafische vormgeving is een van zijn meest geheimzinnige nalatenschappen. Hij begint hiermee pas rond 1920 als de sociale driegeleding met brochures en boeken wereldkundig wordt gemaakt en een goede herkenbaarheid van deze nieuwe beweging wordt nagestreefd. Docent en onderzoeker Piet Sieperda gaat op zoek naar Steiners impuls voor een communicatieve grafische vormgeving, Hij vertrekt bij diens krachtige gezichtspunt, dat je aan de omslag van een boek moet kunnen zien waar het geopend wordt. Zo niet, dan zou je het boek ook niet moeten openen:
"Met deze voorkennis stapte ik bij een van mijn bezoeken aan Dornach de boekwinkel van het Goetheanum binnen. Was dit niet bij uitstek het centrum van het antroposofische boek? Aandachtig bekeek ik de op tafels en in een paar wandpresentaties uitgestalde boeken en concludeerde dat geen van de uitgevers zich ooit had verdiept in de overwegingen van Steiner op dit punt. Deze boeken konden vanuit dit gezichtspunt, nooit met fatsoen worden geopend. Dus niet handig om aan te schaffen.
Toen viel mijn oog op die ene uitzondering. Het was een kleine pocket, een roman van een mij onbekende schrijver, midden op een van de tafels. Dit werd spannend. Was hier iemand doorgedrongen tot het boek van Hauck? Wie had deze omslag gemaakt? De naam van de ontwerper stond op de bekende plek, linksonder op de eerste pagina: Ontwerp boekomslag Rudolf Steiner!"
Linksboven
"Kenmerkend voor de uiteenlopende illustraties is wel dat het accent ligt op de linkerbovenhoek, waarbij de overige ruimte wordt vrijgelaten voor de titel en de overige tekst. De opbouw van de meeste ontwerpen kent een bepaalde overeenkomst: een lijn die de linkerrand van het papier volgt en daarna de bovenrand en een tweede lijn die haar spoor trekt aan de binnenkant daarvan. Tussen deze twee lijnen kan nu gemakkelijk een ruimte ontstaan voor een invulling met een passend motief. Kenmerkend bij de uiteenlopende ontwerpen is dat de gebruikte lijnen voortdurend veranderen in dikte. Dit brengt dynamiek in alle onderdelen van het ontwerp.
In de illustraties zelf is in de jaren daarna een ontwikkeling zichtbaar van strakke, rechte lijnen naar meer dynamische arceringen en vlakken, waarin een beweging van linksonder naar rechtsboven zichtbaar wordt. Soms zijn daarin dierlijke of menselijke silhouetten herkenbaar. Incidenteel maakt zelfs de titel deel uit van de illustratie, zoals het bekende ontwerp van het titelblad van Das Goetheanum. Ook zien we bij herhaling gebruik van kleuren. Het valt op dat het beeld zich vanaf 1922 nog meer concentreert in de linkerbovenhoek en dat de uitlopende lijnen linksonder en rechtsboven korter en minder scherp worden. Een aparte categorie is het uit 1921 stammende uiterst modern ogende ontwerp voor de verpakking van Weleda-medicijnen. Deze krachtige combinatie van rood en blauw, laat zien dat de mogelijkheden van deze impuls niet beperkt zijn tot de beschikbare voorbeelden.
(...)
Turgenieff
"Bij de bouw van het Goetheanum was er een goede samenwerking tussen Rudolf Steiner en grafisch ontwerpster Assja Turgenieff. Vanaf de jaren dertig wordt zij een trouwe medewerkster van Marie Steiner bij de uitgave van Steiners werken en voordrachten. Zij ontwikkelt een nieuw letterschrift dat een goede opvolging geeft aan Steiners mogelijke intenties om de lettergestalten mee te betrekken in het kunstzinnige domein."
(...)
"Belangrijk is dat het beeldmotief vrij in het vlak is geplaatst, wat we als een basiselement in het grafische werk van Steiner mogen beschouwen. Bedoeld om de geest ruimte en vrijheid te geven in de kunstzinnige ervaring. Een kader zet de geest gevangen. De letters worden in de ruimte rechtsonder geplaatst in een vrije vorm, een prachtige uitvinding van de kunstenares, helemaal rechtsonder wordt ruimte vrij gelaten voor de vingers van de linkerhand als zij daar landen bij het openen van het boek. Zij mogen daarbij geen letters of cijfers beroeren.
Wat Steiner in een open proces - geleidelijk en schijnbaar pretentieloos - stapsgewijs ontwikkelt,
brengt Turgenieff zo tot bloei dat haar ontwerpen in stijl uitnodigen om ons open te stellen voor de spirituele wereld die het boek ontsluit. Het lijkt erop dat Steiner ons met zijn ontwerpen in ieder geval bewust heeft willen maken van het grote verschil
in de beleving van wat zich manifesteert tussen links en rechts."
Wetmatigheden
"We hebben gezien hoe de karakteristieke plaatsing van de illustraties linksboven, meer betekenis krijgt door de toneelaanwijzingen van Steiner en met name de dualiteit tussen interesse en begrip. Als resultaat van onze zoektocht zijn we een wetmatigheid op het spoor gekomen die we ook in actuele tijdschriften en op websites aantreffen. We concluderen dat hij een overeenstemming nastreeft tussen de mens en datgene waar deze naar kijkt. We stellen ook vast dat vormgevers deze wetmatigheid intuïtief aanvoelen. Vreemd is dat niet, maar Steiner maakt het expliciet. Hij wil ons bewust maken van deze wetmatigheid, die ieder mens in zichzelf draagt. Een opmerkelijke wetmatigheid wordt een leidend element voor Steiner, die zich heel goed realiseert hoe een boekomslag echt functioneert en welke consequenties dat heeft voor de vormgeving daarvan.
Het is een groot geluk dat de uitgever van Steiners verzamelde werk in de persoon van Assja Turgenieff iemand gevonden heeft die hier meer dan dertig jaar lang op een voorbeeldige en consequente manier vorm aan heeft kunnen geven. Juist in een tijd waarin we overspoeld worden met bewegende, maar oppervlakkige beelden, kunnen we ons afvragen of we nog wel open staan voor de taal van het beeld, voor de dynamiek die zich in beelden uitdrukt. Het is deze kunstzinnige waarneming, deze activiteit van de ziel waar de ontwerpen van Steiner en Turgenieff een beroep op doen."
Op verzoek van de BD-vereniging is GROENtekst op zoek gegaan naar relevant en recent onderzoek naar de biodynamische landbouw. Onderstaande tekst is toegevoegd aan Wikipedia-zoekterm Biologisch-dynamische landbouw, onder het kopje Wetenschappelijk onderzoek:
In 2019 en 2020 vindt op universiteiten over de hele wereld onderzoek plaats aan de biodynamische landbouw en hoe deze zich onderscheidt van andere biologische methoden. Uit veldexperimenten aan de universiteit van Paraná (Brazilië) blijkt dat biodynamische preparaten de groei van de planten bevorderen. Deze planten zijn met dezelfde organische compost bemest als de controlegroep. De biodynamische planten blijken productiever en tonen een grotere weerstand tegen ziekte (Piva, 2020). https://doi.org/10.21206/rbas.v10i1.9562 Aan de universiteit van Lucknow (India) is de werkzaamheid van de preparaten uit de biodynamische landbouw is onderzocht door de nuttige microben te isoleren en te karakteriseren. Hieruit blijkt een zeer gunstig effect op de compostering, de bodemgezondheid en uiteindelijk op de opbrengst en kwaliteit van de gewassen (Ram, 2019). https://www.researchgate.net/publication/331167395_Microbial Studies van de universiteit van Giresun (Turkije) tonen aan dat biodynamische producten langer vers blijven, smaakvoller zijn en een lager nitraat-gehalte hebben. Bij consumenten van biodynamische voeding is een grotere vitaliteit aangetoond, afname van allergische reacties en in het algemeen positieve effecten op de gezondheid. (Karaosmanoğlu,2020). (PDF) Biodynamic Food (researchgate.net)
Op de heuvel van Dornach gaat docent en onderzoeker Piet Sieperda op zoek naar het concept dat ten grondslag ligt aan de bouwkunst van Rudolf Steiner. Uitgangspunt zijn observaties aan het Goetheanum en andere door hem ontworpen gebouwen en Steiners uitspraak dat de bouwkunst een projectie is van de wetmatigheden in het menselijk lichaam.
"Het was gedurende onze zoektocht de vraag of we op grond van de gevonden resultaten tot een goed architectuurconcept konden komen. Het meest karakteristieke van Steiners aanpak van de architectuur blijkt het dynamische deel van een bouwwerk. Je moet aan het gebouw kunnen zien dat het goed op de grond staat, dat het goed het dak draagt en dat het min of meer een voorwaartse beweging laat zien. Bijkomend is dan een statisch deel aan de achterkant. (...) Ook kunnen we kijken of functies verdeeld kunnen worden over het linker- of het rechterdeel van het gebouw. Zo is er een werkbaar concept waarmee we toekomstige bouwprojecten kunnen laten ontstaan."
Onder redactie van GROENtekst verschenen in Motief 248 van december 2020. Onderstaand enkele fragmenten.
Dat gebruik van kunstmest gevolgen heeft voor de mineralenbalans in de bodem is te begrijpen, maar hoe dit doorwerkt in de samenstelling van onze voedingsmiddelen en vervolgens in ons lichaam is nog nauwelijks bekend. Anton Nigten onderzoekt dit en heeft onlangs zijn eerste resultaten bekend gemaakt op het Down2Earth-symposium in Wageningen.
Het betoog van Nigten begint bij de fabel dat zuivelproducten goed zouden zijn voor de ontwikkeling van onze botten. Dit is in tegenspraak met de toenemende gevallen van botontkalking, juist in ons land, ondanks een generaties lange promotie van melk (van ‘Goed voor elk’ en ‘Joris Driepinter’ tot ‘De witte motor’).
Het nog meer generaties durende gebruik van kunstmest (later nog aangevuld met drijfmest), met overmatige toevoeging van stikstof, fosfor en kalium aan de gewassen, heeft de mineralenbalans ernstig verstoord, zowel in de bodem als in onze voedingsgewassen. Met name de onbalans tussen calcium en magnesium in ons lichaam, vertaalt zich in zwakke botten.
Mei 2017 verschenen in Ekoland
De actie Help Humus – eet de grond gezond! is verschenen in het vakblad voor bodemkundigen. Het tijdschrift Bodem wijdt in augustus 2015 drie pagina’s aan "De bodem: weten, eten en geweten".
Een artikel grondig onderbouwd met recente literatuur en geschreven met Jan Diek van Mansvelt onder redactie van GROENtekst.