woorden die het leven leesbaar maken
Slechts 17% van de leden van Natuurmonumenten steunt een verbod op sportvisserij in natuurgebieden; 65% blijkt voorstander van (beperkt) toestaan of diervriendelijke vormen daarvan (Enquête Natuurmonumenten, 2014) .
Maar wat drijft de visser zelf? Hetzelfde spel en dezelfde knikkers als 30 jaar geleden?
Elke maand op deze plek een column uit de Jonas-rubriek Hemel en aarde. In de jaren ’90 in het tijdschrift Jonas
In de jaren ’90 is onder de naam Natuurontwikkeling een begin gemaakt met het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur in ons land, onderdeel van het Natuurbeleidsplan voor 1990 – 2020. Het sluit inmiddels aan bij Natura 2000, het Europees netwerk van natuurgebieden.
Deze column is geschreven tussen twee grote overstromingen van oa. de Waal in 1993 en 1995. Het is mijn impressie van een dagje veldwerk met bodemonderzoeksbureau Gaia. De wateroverlast in deze jaren heeft de acceptatie van de natuurontwikkeling versneld: het verbreden van de rivieren maakt dijkverzwaringen deels overbodig, zoals later in het project Ruimte voor de rivier (vanaf 2007). Inmiddels zijn we er aan gewend geraakt dat zware machines nodig zijn om waardevolle natuurgebieden te doen ontstaan.
Jonascolumn, januari 1995
Altijd groen, bolvormig, los van de aarde. De maretak is een uitzonderlijke verschijning in de plantenwereld. Bron van mythen en geneeskracht.
"Een repeterende kiemplant, die resulteert in een volmaakte bolvorm..."
Onmisbaar ingrediënt in de toverdrank van Asterix, medicinaal gebruikt, zowel in de homeopathische als in de allopathische geneeskunde. Het bestanddeel viscotoxine remt de celgroei bij chemotherapie.
Jonas - februari 1996
Paddenwerkgroepen waren dertig jaar geleden nog een nieuw verschijnsel. Inmiddels zijn er meer dan 50 werkgroepen in ons land, die in totaal honderdduizenden padden helpen oversteken.
Gemeentes helpen daaraan mee met waarschuwende verkeersborden, schermen en zelfs paddentunnels: tekenend voor het groeiende bewustzijn en respect voor de pad in de afgelopen 30 jaar. Vanaf begin deze eeuw is het aantal padden weer aan het stijgen, na de daling in de halve eeuw daarvoor, maar het dilemma is gebleven: "... wie kruist wiens pad nu eigenlijk?".
Jonas - maart 1994
Sinds de jaren 90 is de kievitenpopulatie bijna gehalveerd. Terecht is het traditionele rapen van het eerste kievitsei inmiddels aan banden gelegd, ook in Friesland.
Ook al blijft de intensivering van de landbouw de hoofdschuldige en moet daar het herstel van de weidevogelstand aangepakt worden.
Een genuanceerde kijk zoals in de column uit 1995 blijft geboden. Verwezen wordt hierin naar andere – nog altijd actuele - items over de jacht en het sportvissen (zie de juni- en decemberaflevering van deze rubriek)
Tot 2013 kent ons land honderdduizenden muskusratten. Voor het eerst in 35 jaar is toen het aantal onder de honderdduizend gedaald en in 2020 zelfs onder de vijftigduizend. Resultaat van een in 2004 ingevoerde landelijk gecoördineerde strategie. Vanaf 2020 wordt zelfs internatiaal samengewerkt om met DNA-analyse de bron van de verplaatsing op te sporen.
Een dagje meelopen met de rattenvangers van de gemeente Houten ruim 30 jaar geleden, toont het gebrek aan coördinatie toen: iedere vanger ontwikkelde een eigen strategie.
Ook in jaren met een warmer voorjaar blijft de kans op nachtvorst tot in de meimaand aanwezig en daarmee de bedreiging voor de kiemplanten en de bloesems. Traditioneel is het einde voor deze dreiging in de land- en tuinbouw verbonden aan de naamdagen van de heiligen Pankratius, Servatius en Bonifatius: respectievelijk 12, 13 en 14 mei. Het geeft aan hoe in de land- en tuinbouw de weersomstandigheden vanaf het eerste begin bepalend zijn voor de oogst.